Sint Jansbeek wint Gelderse prijs voor ruimtelijke kwaliteit

De Sint Jansbeek in Arnhem is de winnaar van de Gelderse prijs voor ruimtelijke kwaliteit 2018. Voorzitter van de jury, Jan Terlouw en gedeputeerde Josan Meijers, reikten op donderdag 22 november 2018 de prijzen uit in het Koelhuis in Zutphen.

Landschap nieuwe stijl
De Gelderse Prijs voor ruimtelijke kwaliteit wordt eens in de 2 jaar uitgereikt. Dit jaar was het thema ‘landschap nieuwe stijl’. Zowel de vakjuryprijs als de publieksprijs is een cheque van € 10.000. De winnaars krijgen een financiële steun in de rug om hun project uit te voeren. Het betreffende landschap maken ze hiermee mooier. Gedeputeerde Meijers licht toe: ‘Overal om ons heen is landschap. Gelderland is gelukkig rijk bedeeld in meerdere soorten prachtig landschap. Ons landschap wordt doorlopend aangepast aan nieuwe behoeftes. Verandering is niet erg, als we maar zorgen dat we zo veel mogelijk schoonheid en kwaliteit erin houden of zelfs brengen. Daar gaat deze prijs over ‘

Sint Jansbeek
Het stedelijke beeklandschap de Sint Jansbeek, is volgens de jury een gebiedsverandering met lef, waar een voorbeeld aan genomen kan worden. Het resultaat kan met recht een landschap nieuwe stijl genoemd worden. Herwaardering van het bekenlandschap speelt een grote rol bij de Sint Jansbeek. De beek heeft zijn historische karakter in meer of mindere mate teruggekregen. De manier waarop de Sint Jansbeek het verleden verbindt aan de toekomst is uniek, aldus juryvoorzitter Jan Terlouw.

Samenwerking
Bewoners namen het initiatief en samen met de gemeente is vervolgens het idee uitgevoerd. Het plan van de bewoners was om de Sint Jansbeek, die onzichtbaar onder het centrum van Arnhem doorliep, weer terug te brengen in het landschap van de binnenstad. Dit is uitgewerkt met betrokkenheid van het waterschap, omwonenden en ondernemers. De eerste fase, in het gebied tussen de historische binnenstad en de Rijn, is nu gereed. De cheque is een impuls voor de tweede fase. Daardoor zal de Sint Jansbeek al vanaf het Gele Rijdersplein door de historische binnenstad naar de nieuwe binnenstad gaan stromen. Met het realiseren van deze fase wordt de gehele historische loop, weliswaar in een nieuw jasje, hersteld.

Bron: Provincie Gelderland

Jansbeek bij nacht in de Nieuwstraat

Ode aan de Sint Jansbeek

De openbare ruimte in de Zuidelijke Binnenstad in Arnhem heeft een ware metamorfose ondergaan. Binnenkort zijn de werkzaamheden klaar en stroomt de Sint Jansbeek weer prachtig door de binnenstad. Deze waterstroom, waaraan Arnhem ontstond, is van grote betekenis geweest voor de stad. Eind 19e eeuw, toen de ruimte in de stad schaars werd, verdween de beek ondergronds. Op vrijdag 8 december 2017 is de opnieuw aangelegde Sint Jansbeek feestelijk in gebruik genomen en sprak Folkert van Rotshuizen de voorzitter van stichting Jansbeek boven Water  de volgende tekst uit (onder foto bestuur):

Jansbeek boven Water

Waarde dames en heren,

ODE AAN DE JANSBEEK

Met water ben ik opgegroeid. Merkwaardig voor een Gelders kind, maar toch. In Velp waar mijn ouders en ik woonden ging ik, als het maar even kon, naar de vijver vlak bij ons huis. Fascinerend vond ik stromend water, het is niet te pakken, het stroomt tussen je vingers door.

Na de verhuizing in 1936 naar Arnhem kwamen we nabij een bos te wonen, Ik wilde toen weten hoe de omgeving is en is er ook water? En ja hoor, er is een diepe kuil in Zijpendaal waar je het water uit de grond ziet komen. Dat water wordt dus een beekje, vult een tweetal vijvers en stroomt verder.

De Parkweg schijnt dat tegen te houden maar dat is bedrog, het stroomt er onderdoor en vrij fel via een kleine waterval naar park Sonsbeek, waar een joekel van een vijver te zien is. Even verderop is een bijzondere waterval. Ongelooflijk, je kan er over heen lopen en ook nog onderdoor zonder nat te worden; je kunt er zelfs zitten: de Grote Waterval. Dat zie je toch nergens. Maar we zijn er nog niet.

Via een aantal kleine plassen stroomt het water in een kanaaltje waar vroeger kinderen hun al dan niet zelfgemaakte bootjes lieten varen. Bij dat water was vroeger een forellenkwekerij, nu het Watermuseum. Het beekwater dendert over een watermolen naar beneden. Wat zie je dan? Het houdt niet op. Een breed water waar aan weerszijden koeien rondlopen, nota bene op 300 meter van een centraal station, midden in een grote stad. Daar ontmoet deze Jansbeek weer een waterval en dan verdwijnt het in een groot gat, onder het spoorwegtalud. Weg beek.

Hoe oud ik was weet ik niet meer exact, maar het was wel voor de oorlog. Want ik fietste langs Royal en Willemskazerne door de Velperpoortslangstraat. Toevallig zag ik achter een fietsenstalling in die straat weer het water van de Jansbeek stromen om te verdwijnen op weg naar de vijver voor de schouwburg. Dat laatste wist ik natuurlijk niet.

De Vereniging Stadsschoon heeft bijna twintig jaar geleden een projectgroep aan het werk gezet om de ontsierende plekken in de stad te beschrijven. Dat waren er nogal veel. In april 1999 bij de laatste controle van de tekst heb ik de vraag gesteld: Wat doen we met de Jansbeek?

Een discussie volgde, resulterend in de woorden: de Sint Jansbeek weer bovengronds halen, zichtbaar maken. Daar was een ieder het over eens. Dat heeft direct een relatie met het verbeteren van het beeld van de binnenstad. Enige gedachten over mogelijke routes die de beek zou kunnen volgen, werden toegevoegd.

Het idee sloeg aan, voorstellen werden gedaan, zelfs in samenhang met een haven die ter discussie stond. Maar ja die haven was een luchtkasteel. Enorme discussies ontstonden, de Jansbeek werd erbij gehaald, moest ineens naar een haven stromen.

Acties werden gevoerd. Wat kunnen we doen met de binnenstad? Tekeningen van plannen werden in Musis tentoongesteld. Rudolf Das, oud Arnhemmer tekende futuristische mogelijkheden. Het havenplan verdween in de prullenbak.

Tijdens discussies over de beek ontmoette ik Johan Wolthuis. We zaten met onze gedachten vrijwel op een lijn: het doel sprak en spreekt hem nog zeer aan. Om enkele praktische redenen is toen de Stichting Jansbeek boven Water in 2005 opgericht. Deze samenwerking in het bestuur heb ik dankbaar aanvaard.

Toen werd het even stil rond de plannen betreffende de Jansbeek. In september 2008 na een onderzoek stemde de raad in met het terugbrengen van de Sint Jansbeek en stelde een voorkeurs tracé vast. Helaas ontbraken de financiële middelen om aan de slag te gaan.

Dat de beek een andere route volgt dan in de Middeleeuwen kunnen we accepteren. Die soepelheid hebben we van onze voorvaderen. Die hebben immers in de middeleeuwen de Rijn ook probleemloos verlegd. De historie herhaalt zich.

In 2011 heeft de gemeente Buro Poelmans Reesink opdracht gegeven met verdere uitwerkingen te komen. Ze hebben een mooi Profielenboek gemaakt.

Op straat, de markt of elders werd mij vaak gevraagd: gaat het nog door met de Jansbeek? Het idee van de beek zichtbaar in de stad leeft bij de burgers, heeft nauwelijks kritiek gehad. En nu ligt de beek hier in alle glorie.

De rol van de Stichting Jansbeek boven Water zit er nog niet op, we blijven actief. Drie jaar geleden is Edwin Kemers bestuurslid geworden om zich in te zetten dat de tweede fase vanaf het Gele Rijdersplein via de Bovenbeekstraat spoedig zal gaan volgen om de Sint Jansbeek helemaal compleet te maken.

Hieraan verder niets meer toevoegend stel ik voor, namens alle Arnhemmers die de stad liefhebben, het water van de beek nu de vrijheid te geven te stromen door een bedding speciaal voor de Jansbeek aangelegd.

Stichting Jansbeek boven Water
Folkert Rotshuizen, 8 december 2017

Ontwikkel oorlogsmuseum in bunker Diogenes

Aan de Koningsweg in Schaarsbergen naast de ingang van de Hoge Veluwe ligt de grootste bunker van Nederland, terwijl velen (zelfs Arnhemmers) dit niet of nauwelijks weten. Vanuit dit commandocentrum werd tijdens WO2 de Luftwaffe aangestuurd in Nederland, België en westelijk deel van Duitsland. De bunker is in goede staat, heeft de status van rijksmonument en is in gebruik als depot voor Rijksarchiefdienst en Openluchtmuseum tot 2020. Herbestemming als oorlogsmuseum ligt het meest voor de hand en is gezien de historische waarde een point of interest op de Liberation Route meer dan waardig.

Beschrijving in Rijksmonumentenregister

Betonnen BUNKER uit 1941-1943 voor het Duitse commandocentrum “Grossraumgefechtsstand Diogenes 3 JD”. Van hieruit werd centraal de afweer in Nederland en het Ruhr-gebied tegen vijandelijke luchtbombardementen gecoördineerd. Hiertoe seinden radarposten aan de Noordzee-kust gegevens over posities van bommenwerpers door aan het commandocentrum, die aldaar werden verwerkt tot instructies voor radiozendstations die op hun beurt de Duitse nachtjagers (in de lucht) van opdrachten voorzagen. Deze acties werden gevisualiseerd op een groot matglazen scherm met deelkaart van Europa (12x9m). Dit scherm stond opgesteld in een grote ruimte in het hart van het commandocentrum. Tribunes aan weerszijden van het scherm boden enerzijds plaats aan de zgn. “Luftnachrichtenhelferinnen” die de posities van de vijandelijke bommenwerpers en de eigen jagers op de kaart projecteerden met kleine schijnwerpers, en anderzijds aan de zgn. “Jägerleitoffizieren” die de eigen jagers naar de bommenwerpers leidden. Op het dak stonden antennes voor zend- en ontvangstinstallaties. De Duitse luchtafweer kende drie van dergelijke commandocentra: één in Stade bij Hamburg, één in Metz en onderhavige bunker in Schaarsbergen bij Arnhem.

Commandocentrum “Diogenes” bevindt zich in een bosrijke omgeving direct ten zuiden van het voormalige Duitse oorlogsvliegveld Deelen bij Schaarsbergen. Het object is gelegen aan de noordzijde van de Koningsweg, nabij de ingang van het nationale park “De Hoge Veluwe”. Het perceel is ter plaatse van de bunker enkele meters afgegraven. De vloer van de begane grond ligt ca. 4 meter lager dan het maaiveld. De bunker is in opdracht van de bezetter gebouwd in de jaren 1941-1943, voor totale kosten van 50 miljoen gulden. De benodigde grondstoffen voor de ca. 33.000 m3 beton waaruit de bunker is samengesteld, werden aangevoerd via een aftakking van de spoorlijn Utrecht-Arnhem bij Wolfheze (thans niet meer aanwezig). Enkele dagen voor de terugtrekking hebben de Duitsers tevergeefs geprobeerd deze betonnen kolos op te blazen. Alleen de inventaris werd volledig verwoest. Sedert 1952 is de bunker in gebruik bij de Rijksarchiefdienst. Ter vergroting van de opslagcapaciteit zijn in 1974 tussenvloeren gemaakt in de grote centrale ruimte.

Omschrijving grootte en interieur bunker

Grote betonnen BUNKER (lxbxh: ca. 61,5 x 39,5 x 23 meter inclusief vloerplaat) van 4,5 bouwlaag op rechthoekig grondplan. De gevels van deze hoofdvorm zijn gesloten. Het platte dak heeft een afgeronde, enigszins uitstulpende rand. De uitgebouwde T-vormige entree is op verdieping-niveau tegen de zuidgevel geplaatst (Koningsweg-zijde). De ingangen bevinden zich in de linker en rechter zijde van deze uitbouw. De linker ingang is thans dicht gezet.

Tegen de oostzijde van de bunker bevindt zich over de gehele lengte een lager voorgebouw van drie bouwlagen met plat dak. Dit gebouwonderdeel met een diepte van ca. 8 meter heeft een beduidend lichtere constructie dan het hoofdgebouw. De gevels van het voorgebouw hebben een vrij regelmatige indeling van vensterassen: grote rechthoekige muuropeningen waarin verdiept gelegen stalen ramen; de vensteropeningen van de eerste en tweede bouwlaag zijn thans gedeeltelijk dicht gemetseld. De buitenmuren hebben een brede basis en verjongen zich ter hoogte van de eerste bouwlaag. De ruimtelijke indeling van het INTERIEUR is nog goeddeels intact. Midden in het gebouw bevindt zich een grote rechthoekige ruimte met een hoogte van ca. 13,5 meter. De vloer, de wanden en het plafond van deze ruimte variëren in dikte van ca. 2,80 tot 4,00 meter. Slechts één deur verschafte toegang tot dit zenuwcentrum. De schil rondom deze centrale ruimte is opgedeeld in 4,5 bouwlaag, met per bouwlaag een rondgaande gang met zijvertrekken (o.a. restanten van zes toiletgroepen) en trappenhuizen aan de korte zijden (betonnen bordestrappen). Aan de lange zijden grenzen de gangen aan de buitenmuren. Deze massieve buitenmuren zijn ca. 3,5 meter dik. In de kelder bevinden zich verwarmingsruimten (oorspronkelijke verwarming met kolenkachels) en een ruimte met de restanten van een dieselaggregaat voor de opwekking van elektriciteit. In de uitgebouwde entree bevindt zich een brede trap die naar beneden leidt. Slechts enkele van de oorspronkelijke stalen (dubbele) deuren zijn bewaard gebleven.

Historische waardering

Betonnen BUNKER “Diogenes” uit 1941-1943.

– Van architectuurhistorische waarde als een qua type, omvang en zwaarte unieke betonnen bunker in Nederland die op Duits gezag is gebouwd. Het object is een voorbeeld van een in exterieur goeddeels gaaf en herkenbaar gebleven verdedigingswerk waarin zeer zware gewapend betonconstructies zijn toegepast. De oorspronkelijke interieurelementen zijn verwijderd; de ruimtelijke indeling is nog grotendeels intact en herkenbaar. Voorts is het object van belang wegens de functionele zeldzaamheid: “Diogenes” is de enige bunker in zijn soort in Nederland. In West-Europa hebben de Duitsers slechts enkele van deze bunkers gebouwd.

– Van cultuurhistorische waarde vanwege de bestemming en verschijningsvorm, welke verbonden zijn met de krijgsgeschiedenis, in casu de geschiedenis van het Duitse luchtafweer-systeem met radarposten zoals dat in de eerste oorlogsjaren aan de Noordzee-kust is opgebouwd. Binnen dit luchtafweer-systeem nam de bunker “Diogenes” als commandocentrum een centrale plaats in.

WO2 toerisme regio Arnhem

Voor Arnhem kan de Diogenes bunker net zo belangrijk worden als de John Frost brug is. Er is een toenemende belangstelling voor de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, en het bezoek aan de slagvelden van weleer is sterk in opkomst. Met de komst van een nieuw oorlogsmuseum die de oorlog in de lucht en vliegveld Deelen belicht zal Arnhem duizenden extra bezoekers per jaar trekken.

Samenwerking oorlogsmusea

Aangezien Museum Deelen haar huidige plek op de Delenseweg moet verlaten ligt het voor de hand om ruimte in de Diogenesbunker voor ze te reserveren. Daarnaast kan de kennis van Arnhems Oorlogsmuseum 40-45 niet ontbreken bij de planvorming.

Politiek en vervolg

Een eerste stap is door de provincie Gelderland gezet door Ad van Heiningen van het bedrijf GWO2 een verslag naar de toekomstmogelijkheden van de bunker Diogenes te laten maken. Op 17 april 2018 heeft gedeputeerde Jan Jacob van Dijk de Staten geïnformeerd met deze positieve Statenbrief. Daarin wordt aangegeven ruim de tijd te nemen voor een zorgvuldig proces. Maar het is zo 1 januari 2020 als de bunker aangekocht kan worden door de Gemeente Arnhem of anders de provincie Gelderland, dus Nu vooruit met de voorbereidingen!

De Sint Jansbeek op het Gele Rijders Plein

Geacht college van burgemeester en wethouders,

Met interesse nam het bestuur van Stichting Jansbeek boven Water kennis van het Plan uitwerking Gele Rijders Plein 2017. We zijn zeer positief over het vitaliseren, maar niet om te bebouwen. Net als het Platform Binnenstad, omdat wij het belangrijk vinden dat vanaf het Willemsplein de aan te leggen Jansbeek zichtbaar is als trekker richting Looierstraat en Bovenbeekstraat.

Het bevreemdt ons ten zeerste dat zowel in het plan als in het onderzoek van Kokke de Jansbeek compleet ontbreekt. In deze brief vragen wij aandacht voor de Jansbeek en brengen wij onder de aandacht dat naast de stichting ook burgers, ondernemers en gemeenteraad dit belangrijk vinden.

Het behoud van de platanen en zelfs verder versterken met groen werd door menig burger ingebracht eveneens het toevoegen van een fontein en de Jansbeek. Hiervan is echter nauwelijks iets van terug te vinden in het plan, wat niet getuigd van “Met de Stad!” ruimtelijk ontwikkelen:
Het resultaat van de meet-up van zaterdag 25 maart 2017 in De Gelderlander.

Ondernemers hebben eerder het plan De Groene Fabriek gepresenteerd, waar de Jansbeek een prominente rol heeft. Daarom brengen wij deze visie hierbij onder de aandacht.

De raad heeft zich in 2008 al uitgesproken over het volledig in zicht brengen van de Jansbeek in de binnenstad en dat deze start op het Gele Rijders Plein. Het tracé is toen tevens vastgesteld.

Gebiedsvisie 2010 brengt het ook treffend: “Het Gele Rijdersplein heeft een rijke historische gelaagdheid. Deze gelaagdheid dient als referentiekader en inspiratiebron bij verdere ontwikkeling. Deze gelaagdheid neemt nog verder toe door de Jansbeek bovengronds te halen”.

Met de aanleg van de Jansbeek in volle gang in de zuidelijke binnenstad, komen de positieve reacties uit alle hoeken van de stad los. Dit mag de noordelijke binnenstad niet onthouden worden, de gehele binnenstad van Arnhem moet en kan met bijdrage van de Jansbeek aangenaam zijn om te verblijven.

Wij verzoeken u dan ook nadrukkelijk de Sint Jansbeek te betrekken in de ontwikkeling van het gedeelte luwte van het Gele Rijders Plein en niet te koppelen aan ontwikkeling van het gedeelte reuring om mogelijk vertraging te voorkomen.

Daarnaast roepen wij u op om tot het uiterste in te spannen om gelden uit het programma Steengoed Benutten en andere bronnen beschikbaar te krijgen om tevens het noordelijk deel van de Jansbeek aan te leggen.

Met vriendelijke groeten,
Namens Stichting Jansbeek boven Water

Folkert Rotshuizen, voorzitter
Johan C.M. Wolthuis, secretaris
Edwin R. Kemers, bestuurslid


Impressie van buro Poelmans Reesink van 9 maart 2018 ( al wel groen luw deel, maar nog zonder Jansbeek)